De gemeenschappen

 Er zijn drie gemeenschappen: de Franse Gemeenschap, die ook de Federatie Wallonië-Brussel wordt genoemd, de Vlaamse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap- ook ‘Ostbelgien’ genoemd. Deze gemeenschappen worden bepaald door de taal die er gesproken wordt. Artikel 2 van de Grondwet bepaalt dat België drie gemeenschappen omvat: de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.

Welke bevoegdheden oefenen de Gemeenschappen uit?

Die aangelegenheden worden in verschillende bijzondere wetten geregeld en gespecificeerd. Er zijn 5 communautaire aangelegenheden. Het eerste blok bevoegdheden betreft het gebruik der talen. Het tweede blok communautaire bevoegdheden betreft de culturele aangelegenheden. Een bijzondere wet uit 1980 geeft een exhaustieve opsomming van deze aangelegenheden. Deze lijst is lang, maar omvat televisie, bibliotheken, culturele en sociale normen, schone kunsten en jeugdbeleid. Het derde blok betreft het onderwijs. Deze bevoegdheid werd in 1989 een communautaire bevoegdheid. Het is een algemene bevoegdheid van de gemeenschappen, ongeacht het type gemeenschap. Deze bevoegdheid betreft vrij of openbaar onderwijs. Het vierde blok omvat de persoonsgebonden aangelegenheden (met inbegrip van de kinderbijslag sinds 2019). Deze aangelegenheden vallen onder het sociaal beleid en impliceren een geïndividualiseerde relatie tussen de begunstigde en de schuldenaar. Het gaat onder meer om gezinsbeleid, gezondheidsbeleid, jeugdbescherming en het beleid inzake onthaal en integratie van vreemdelingen.

Na de zesde staatshervorming zijn bepaalde bevoegdheden gecommunautariseerd. Met die hervorming werden de bevoegdheden op het gebied van gezondheidszorg en bijstand aan personen immers verdiept. Het ziekenhuisbeleid is dus een gemeenschapsbevoegdheid, evenals het ouderenbeleid en het beleid inzake geesteszieken. Op het vlak van justitie worden de gemeenschappen met de zesde staatshervorming betrokken bij de werking van de strafuitvoeringsrechtbanken, die tot taak hebben slachtoffers op te vangen. De justitiehuizen zullen gecommunautariseerd worden. Een justitiehuis is een orgaan dat slachtoffers opvangt en bevoegd is voor de uitvoering van straffen. Wat de jeugdbescherming betreft, werd het sanctierecht gecommunautariseerd. In dat sanctierecht zijn de maatregelen vastgelegd die tegen minderjarige delinquenten kunnen worden genomen.

Bevoegdheden

Een hele reeks aanverwante aangelegenheden kunnen worden gekoppeld aan de bevoegdheden van de gemeenschappen: cultuur (theater, bibliotheken, audiovisueel ...), onderwijs, taalgebruik en de zogenaamde “persoonsgebonden” aangelegenheden die enerzijds het gezondheidsbeleid omvatten (preventieve en curatieve geneeskunde) en anderzijds de bijstand aan personen (jeugdbescherming, sociale bijstand, bijstand aan gezinnen, opvang van immigranten ...). De gemeenschappen zijn eveneens bevoegd voor wetenschappelijk onderzoek en voor internationale betrekkingen in de voornoemde domeinen.

De samenwerking tussen de gemeenschappen, alsmede de internationale samenwerking, daarin begrepen het sluiten van verdragen, voor de culturele aangelegenheden en het onderwijs  
De samenwerking tussen de gemeenschappen, alsmede de internationale samenwerking, daarin begrepen het sluiten van verdragen, voor de culturele aangelegenheden en het onderwijs  
De administratieve aangelegenheden  
Het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen  
De sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, alsook de akten en documenten van ondernemingen opgelegd door de wet en de reglementen  
Culturele aangelegenheden
  • De bescherming en de luister van de taal
  • De aanmoediging van de vorming van navorsers
  • De schone kunsten
  • Het cultureel patrimonium, de musea en de andere wetenschappelijk-culturele instellingen
  • De bibliotheken, discotheken en soortgelijke diensten
  • De inhoudelijke en technische aspecten van de audiovisuele en de auditieve mediadiensten met uitzondering van het uitzenden van mededelingen van de federale regering Het jeugdbeleid
  • De permanente opvoeding en de culturele animatie
  • De lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven De vrijetijdsbesteding
  • De voorschoolse vorming in de peutertuinen
  • De post- en parascolaire vorming
  • De artistieke vorming
  • De intellectuele, morele en sociale vorming
  • De sociale promotie
  • De beroepsomscholing en -bijscholing (uitzonderingen)
  • De stelsels van alternerend leren
Onderwijs

Met uitsluiting van:

  • de bepaling van het begin en het einde van de leerplicht
  • de minimale voorwaarden voor het uitreiken van de diploma's
  • de pensioenregeling
Persoonsgebonden aangelegenheden

Gezondheidsbeleid

  • Het beleid betreffende de zorgverstrekkingen in en buiten de verplegingsinrichtingen (uitzonderingen)
  • Het beleid betreffende de verstrekkingen van geestelijke gezondheidszorg in de verplegingsinrichtingen buiten de ziekenhuizen
  • Het beleid betreffende de zorgverstrekkingen in oudereninstellingen, met inbegrip van de geïsoleerde geriatriediensten
  • Het beleid betreffende de zorgverstrekkingen in geïsoleerde diensten voor behandeling en revalidatie
  • Het beleid inzake long term care revalidatie
  • De organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg en de ondersteuning van de gezondheidszorgberoepen van de eerste lijn
  • Wat betreft de gezondheidszorgberoepen: . Hun erkenning . Hun contingentering
  • De gezondheidsopvoeding alsook de activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve gezondheidszorg, evenals alle initiatieven inzake de preventieve gezondheidszorg

Bijstand aan personen

  • Het gezinsbeleid (alle vormen van hulp en bijstand aan gezinnen en kinderen)
  • Het beleid inzake maatschappelijk welzijn (uitzonderingen)
  • Het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen
  • Het beleid inzake mindervaliden, met inbegrip van de beroepsopleiding, de omscholing en de herscholing van mindervaliden (uitzonderingen)
  • Het bejaardenbeleid (uitzonderingen)
  • De jeugdbescherming, met inbegrip van de sociale bescherming en de gerechtelijke bescherming (uitzonderingen)
  • De sociale hulpverlening aan gedetineerden met het oog op hun sociale re-integratie
  • De juridische eerstelijnsbijstand

De organisatie, de werking en de opdrachten van de justitiehuizen en van de bevoegde dienst die de uitwerking en de opvolging van het elektronisch toezicht verzekert. (Uitzonderingen)

De gezinsbijslagen

De filmkeuring, met het oog op de toegang van minderjarigen tot bioscoopzalen

 

Wat is het bevoegdheidsgebied van de gemeenschap?

Dit bevoegdheidsgebied wordt in de Grondwet niet gespecificeerd. Hier doet zich dus een probleem voor bij het bepalen van het bevoegdheidsgebied van de gemeenschappen. De gewesten volgen een territoriale logica. Gewestelijke normen gelden voor het gewestelijke grondgebied. De communautaire logica is geen territoriale logica.

Op wie zijn de communautaire normen in België van toepassing?

Er moet een onderscheid worden gemaakt naar gelang van de aangelegenheid. Wanneer de betrokken normen alleen op taalkundig gebied van toepassing zijn, zijn ze uitsluitend van toepassing op het grondgebied van de overeenkomstige taalgemeenschap. Wanneer de gemeenschapsnorm echter op andere communautaire domeinen (onderwijs, persoonsgebonden aangelegenheden enz.) wordt toegepast, is de gemeenschapsnorm van toepassing op het grondgebied van het overeenkomstige taalgebied alsook op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Zo vallen, behoudens uitzondering, de inwoners van het Nederlandse taalgebied onder de Vlaamse gemeenschapsnormen en de inwoners van het Franse taalgebied onder de Franse gemeenschapsnormen.

Voor de inwoners van het tweetalige gebied (Brussel-Hoofdstad) zijn de gemeenschapsnormen gericht op individuele personen (die kiezen; bv. voor de zorgverzekering) en op instellingen (scholen, ziekenhuizen enz.) waarvan de activiteiten onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen. Deze instellingen worden “gemeenschapsinstellingen” genoemd en zijn, afhankelijk van de aard van hun activiteit, verbonden aan de Vlaamse Gemeenschap of aan de Franse Gemeenschap.

De Duitstalige Gemeenschap volgt een territoriale logica, wat betekent dat deze regels niet op haar van toepassing zijn, aangezien het bevoegdheidsgebied overeenstemt met het eentalig Duitstalig gebied.

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud te optimaliseren. cookies.

;